Geplaatst op

Het Rechte Spoor – 2022 | Maandag 28 maart

Mijn ongerechtigheden gaan mij boven het hoofd, als een zware last zijn zij mij te zwaar geworden. Mijn wonden stinken, zij zijn vervuild vanwege mijn dwaasheid.
Psalm 38 vers 5 en 6

In Florida werd een bank overvallen. Dat gebeurde op de traditionele manier. Een man kwam binnen, bedreigde de medewerker aan de balie en eiste geld. Toen zijn tas gevuld was, vertrok hij in een auto. Bij de beschrijving van de overvaller door de bankbediende viel één ongewoon kenmerk op: de man had een stinkende adem. De stank was niet te harden toen hij voor de balie stond.

Als je uit je mond stinkt, merk je dat zelf vaak niet. Dat kan voor je medemens best lastig zijn. Ieder mens is van nature ook blind voor zijn eigen zonden.

David schreef Psalm 38. Hij was tot het besef gekomen dat hij gezondigd had. Het drong tot hem door dat hij ‘stank verspreidde’. Zijn ongerechtigheden waren veel en zwaar. Hij was dwaas geweest door te zondigen. Nu was hij wijs geworden, want hij ging in zijn nood tot God en smeekte Hem om hulp en verlossing. Zo’n gebed wordt door Hem altijd verhoord. De zonden die Gods afkeer opwekken, worden weggenomen. Zo iemand wordt aangenaam in Gods oog.

 

Het dagboek bestellen?