Hij stak Zijn hand uit van omhoog, Hij greep mij, Hij trok mij op uit grote wateren. Hij redde mij van mijn sterke vijand.
Psalm 18 vers 17 en 18
De Heere Jezus daalde af in de diepe wateren van het lijden en de dood aan het kruis. De vijanden omringden Hem. Zij wisten niets van Zijn vrijwillige overgave in de dood. Zij zagen niets van het grote offer dat Hij bracht.
In hun haat ondernamen satan en de mens alles wat in hun vermogen lag, om de Heiland van de wereld te kwellen. Ten slotte verliet God Hem, omdat Hij onze zonden droeg en tot zonde werd gemaakt. Hoe verschrikkelijk heeft Hij in die eenzaamheid geleden! Juist in die uren heeft de Vader echter Zijn volkomen welgevallen gehad aan dat volmaakte offer! Hij had Zijn Zoon op dat ogenblik lief als nooit tevoren, omdat die Zoon Zijn leven gehoorzaam aflegde.
De vijand verheugde zich over Zijn dood en verzegelde het graf van de Gekruisigde, opdat de triomf hem niet zou ontgaan. Ze hadden God vergeten! Hij stak Zijn hand uit van omhoog en trok Christus uit de grote wateren. Hij werd opgewekt en verscheen zegevierend aan Zijn volgelingen. Spoedig zullen we Hem zo zien!