De voorbijgangers lasterden Hem, schudden hun hoofd, en zeiden: U Die de tempel afbreekt en in drie dagen opbouwt, verlos Uzelf. Als U de Zoon van God bent, kom dan van het kruis af!
Mattheüs 27 vers 39 en 40
Toen onze Heiland aan het kruis hing, was Hij aan de wrede spot van alle voorbijgangers en toeschouwers overgeleverd. Ze lachten Hem uit, omdat Hij beweerd had dat Hij de tempel, als die afgebroken zou zijn, in drie dagen weer kon opbouwen – en nu kon Hij nog niet eens Zichzelf helpen. In werkelijkheid waren zíj de verwoesters van de tempel van Zijn lichaam. Dat lichaam ‘bouwde Hij weer op’ toen Hij op de derde dag uit het graf opstond.
Hij wílde Zichzelf helemaal niet verlossen. Hij ging in de dood om anderen te redden. Wat moet het Hem een pijn hebben gedaan dat niemand dat begreep!
Hij liet Zich niet uitdagen. Hij liet Zich niet verleiden tot een reactie die wij zuiver menselijk zouden noemen. Het was voor Hem niets bijzonders om van het kruis af te komen en al Zijn bespotters met een enkel woord te doden. Maar Hij deed het niet. Hij dacht niet aan Zijn eigen eer, maar leed vrijwillig schande om God te eren en ons mensen verlossing aan te kunnen bieden!