Geplaatst op

Het Rechte Spoor – 2020 | Zondag 3 mei

Toen zij aanlagen en aten, zei Jezus: Voorwaar, Ik zeg u dat een van u, die met Mij eet, Mij verraden zal.
Markus 14 vers 18

Wat is het gezegend om de Heere Jezus hier te zien, vlak vóór de moeilijkste uren van Zijn leven, in volkomen rust. Van de zijde van de mensen was er alles aan gedaan om Hem te bezeren. Hoe meer wij verachting en smaad voelen, des te meer verlangen we naar liefde en begrip van hen die ons omringen. Vond onze geliefde Meester medegevoel en een luisterend oor bij Zijn discipelen? Hij had hen met groot geduld verdragen. Zijn trouw had geen moment gewankeld.

Maar wat moet de Heiland zeggen? Hij was met slechts twaalf volgelingen overgebleven. Zij aten samen het pascha. En dan moet Hij tot uitdrukking brengen dat iemand uit hen Hem zou verraden aan de vijanden die Hem naar het leven stonden!

Iemand die Hem had leren kennen, die had gezien hoe Hij mensen had geholpen, genezen en gezegend, díe was de verrader. De liefde van de Heere Jezus is bewonderenswaardig. Al die tijd had Hij Judas verdragen, had Hij geprobeerd z’n hart te bereiken. Hoe diep heeft het de Heiland geraakt dat juist uit die nauwste kring de verrader kwam!

 

Het dagboek bestellen?