Geplaatst op

Het Rechte Spoor – 2020 | Vrijdag 23 oktober

Ik heb geleerd tevreden te zijn in de omstandigheden waarin ik verkeer.
Filippi 4 vers 11

Paulus’ omstandigheden waarover hij hier spreekt, waren niet gemakkelijk. Hij was een gevangene in Rome, ter wille van het evangelie. Het was niet best als je voor de Romeinse keizer moest verschijnen. Hij stond nu eenmaal niet bekend als ‘christen–vriend’.

Toch spreekt Paulus juist in deze Brief zo veel over blijdschap. Dat kon hij doen, omdat hij niet naar de omstandigheden keek. Nee, hij keek op naar de Heere Jezus. Voor Hem had hij alles opgegeven. Hem stond nog maar één doel voor ogen: hij wilde graag zo snel mogelijk naar zijn Heere en Meester gaan!

Hij was vroeger een vervolger van de christenen geweest. Wat had hij de Heere Jezus gehaat! Maar nu was hij misschien wel de ijverigste dienaar van de Heiland geworden.

De Heere Jezus had hem gegrepen. Hij was op de weg naar het verderf en hij rende daar zo hard als hij kon, naartoe. Nadat hij drie dagen blind was geweest en tot bezinning was gekomen, wilde hij de Heere Jezus gaan dienen. Nu werd hij zelf vervolgd en geslagen. Maar hij was diep gelukkig, omdat hij de Heiland kende.

 

Het dagboek bestellen?