Geplaatst op

Het Rechte Spoor – 2020 | Maandag 20 april

Toen zond de HEERE gifslangen onder het volk; die beten het volk, en er stierf veel volk uit Israël.
Numeri 21 vers 6

Een koningspython is niet giftig. Het is een wurgslang. Ze worden zo’n anderhalve meter lang. Een inwoner van het Duitse Fulda hield er vijftig in z’n eigen huis. De reptielen werden niet goed verzorgd. Daarom belandden ze in een opvanghuis.

God stuurde geen wurgslangen, maar gifslangen. Israël was opnieuw aan het mopperen geslagen. God gaf iedere keer weer het manna uit de hemel, maar ze waren er niet tevreden mee.

Ontevredenheid is een grote zonde. Het komt voort uit het verdorven menselijke hart. Het is een ernstige en grove belediging van God. Hij geeft zó onnoemelijk veel – en dan nog klagen! Het is bekend onder de mensen: hoe rijker, des te hebberiger. Onder de armen wordt vaak de grootste dankbaarheid aangetroffen.

Ons past het inderdaad om God diep dankbaar te zijn. Hij gaf immers Zijn eigen Zoon, de Heere Jezus. Hij liet Hem sterven in onze plaats. En als we in Hem geloven, maakt Hij ons onnoemelijk rijk. Laten we geen dag vergeten Hem daarvoor te danken!

 

Het dagboek bestellen?