Geplaatst op

Het Rechte Spoor – 2020 | Donderdag 25 juni

De mieren zijn een volk zonder kracht, maar in de zomer bereiden ze hun voedsel.
Spreuken 30 vers 25

In het noorden van Brazilië werd een stad ontdekt: een ‘stad’ van termieten. Dat zijn insecten die wel eens, ten onrechte, witte mieren worden genoemd. Het is een netwerk van 200 miljoen termietenheuvels. Die zijn allemaal met elkaar verbonden. Het netwerk is zo’n 228.000 vierkante kilometer groot: ruim vijf keer de oppervlakte van Nederland. – Het is een dor gebied. Er valt slechts één maand per jaar regen. De struiken en bomen gaan in een paar weken tijd van bruin naar groen – en weer terug. Alle afgevallen bladeren worden door de termieten bewaard als voedselvoorraad voor het hele jaar.

De wijze koning Salomo gaf al de raad om een voorbeeld aan de mieren te nemen. Ze zijn niet sterk, maar ze zorgen voor hun voedsel. Ze passen op dat ze niet verhongeren.

Zorgen wij er ook voor dat onze zielen geen honger hoeven te lijden? Dat onze lichamen gezond voedsel en voldoende voedingsstoffen krijgen, is belangrijk, maar onze zielen zijn heel wat waardevoller. Ons geestelijke voedsel is het Woord van God. Daarin zien we de Heere Jezus. Hij is het ware Brood des levens!

 

Het dagboek bestellen?