Geplaatst op

Het Rechte Spoor – 2020 | Donderdag 12 november

God zei: Laat het water wemelen van wemelende levende wezens; en laten er vogels boven de aarde vliegen, langs het hemelgewelf! En God schiep de grote zeedieren en alle krioelende levende wezens waarvan het water wemelt, naar hun soort, en alle gevleugelde vogels naar hun soort. En God zag dat het goed was.
Genesis 1 vers 20 en 21

In heel wat huiskamers staat een aquarium. Vaak één met koud water voor goudvissen. Heel wat mooier zijn de bakken met verwarming voor tropische vissen. Ook heb je ze met zout water. De grootste bakken staan in het Georgia Aquarium in Amerika. Daar zit totaal meer dan 30 miljoen liter water in. Er zwemmen 120.000 dieren rond. In één aquarium wonen zelfs vier walvishaaien die zo’n acht meter lang worden.

Op de vijfde dag van de schepping maakte God de vissen en de vogels. Wie zich daarin verdiept, ziet in tal van dingen de onmetelijke wijsheid en rijkdom van God. Dat is één van de redenen waarom God dat alles heeft geschapen. Hij wenst dat we onder de indruk van Zijn grootheid komen. Dat we onze eigen geringheid gaan beseffen. En dat we vol bewondering voor Hem neervallen.

Niet alleen Zijn almacht en grootheid, maar ook Zijn liefde brengt ons tot bewondering en aanbidding!

 

Het dagboek bestellen?