De zieke antwoordde Hem: Mijn heer, ik heb geen mens om mij in het badwater te werpen wanneer het water in beroering gebracht wordt.
Johannes 5 vers 7
Deze man was al 38 jaar ziek. Zó lang lag hij al te wachten op de dag dat hij als eerste in het water kon afdalen als dat door een engel in beweging werd gebracht. Hij was echter te ziek om zichzelf te helpen. Daarbij was hij wel omringd door talloze mensen, maar van hen kwam niemand hem te hulp. Hij was er simpel toe veroordeeld daar tot zijn dood te blijven liggen.
Is het nu anders?
Als iemand door zijn zonden in nood is gebracht, wie geeft dan verlichting van de pijn? Als het besef doordringt van eeuwige verlorenheid door eigen schuld, wie biedt dan verzachting?
Er ís Iemand Die de nood begrijpt. Het is de Man uit Johannes 5. Het is de grote Geneesheer: Jezus Christus, de Zoon van God. Hij komt te hulp. Hij begrijpt wat in onze harten omgaat. En Hij biedt redding aan. We hoeven niet te wachten op het ingrijpen van een engel. De Meester van de engelen staat ons bij!
Het dagboek bestellen?