Zie, tot aan de maan toe – ze is niet helder, en de sterren zijn niet zuiver in Zijn ogen. Hoeveel te minder een sterveling, die een made is, en een mensenkind, dat een worm is!
Job 25 vers 5 en 6
Een inwoner van de stad Kerala in India had last van zijn ingewanden. De dokter onderzocht hem via een slangetje door zijn mond. Hij ontdekte een lintworm. Omdat er aan zijn instrument een happertje zat, besloot hij maar te gaan trekken. Hij bleef trekken. Het was de langste lintworm die de arts ooit had gezien – en dat wil in India wat zeggen. De worm bleek bijna twee meter lang te zijn.
Mensen gruwen nog wel eens van wormen. In onze dagtekst wordt elk mens zelf een made en een worm genoemd. We zijn niet alleen nietig en zwak, maar ook onrein en door de zonde besmeurd.
Zou God zulke mensen nog willen hebben? We zouden het kunnen begrijpen dat Hij zo teleurgesteld is in Zijn eigen schepselen dat Hij niets meer met hen te maken wil hebben. Maar dat is niet het geval! Zijn liefde gaat nog steeds naar ons uit. Ja, Zijn liefde was zelfs zo groot dat Hij Zijn eigen Zoon naar het kruis liet gaan. Hij stond Hem af, opdat wij Zijn eigendom konden worden. Wie in Christus gelooft, wordt gereinigd!
Het dagboek bestellen?