Geplaatst op

Het Rechte Spoor – 2019 | Woensdag 22 mei

Ik zal opstaan en naar mijn vader gaan en tegen hem zeggen: Vader, ik heb gezondigd tegen de hemel en
tegenover u. en ik ben het niet meer waard uw zoon genoemd te worden.
Lukas 15 vers 18 en 19

Een 11-jarige jongen uit Luxemburg had bonje gehad met zijn vader. Kwaad pakte hij de auto van zijn pa en vertrok. Hij reed er zeker 120 kilometer mee. Toen pas werd hij door de Duitse politie tot stoppen gemaand. In plaats van te remmen, gaf hij gas. Toen ze hem tot stilstand hadden gedwongen, brachten ze hem terug naar huis. Daar zullen wel wat hartige woordjes gevallen zijn.

We moeten allemaal terug naar onze Vader. Dat is: de hemelse Vader. Hij is de Schepper van alle mensen – en daarom in dat opzicht hun Vader.

De verloren zoon kwam tot inkeer. In onze dagtekst beseft hij dat hij met belijdenis van zijn schuld terug moet naar zijn vader. Hij voelt dat hij het niet meer waard is om zijn zoon genoemd te worden. – Als we tot God terugkeren en onze zonden belijden, zijn we ons ervan bewust dat we alles hebben verbeurd. We hebben geen enkel recht meer. Dat klopt, maar God heeft wel genade! Op grond van genade neemt God ons als Zijn kinderen en zonen aan. Dat is gunst!

 

Het dagboek bestellen?