Geplaatst op

Het Rechte Spoor – 2019 | Donderdag 24 oktober

Als ik Uw hemel zie, het werk van Uw vingers, de maan en de sterren, die U hun plaats gegeven hebt, wat is dan de sterveling, dat U aan hem denkt, en het mensenkind, dat U naar hem omziet?
Psalm 8 vers 4 en 5

Hebt u wel eens geprobeerd de sterren te tellen? Bij een heldere hemel zie je er duizelingwekkend veel. Die horen allemaal bij onze Melkweg. Er blijken nog heel wat meer van zulke sterrenstelsels te zijn. Europese en Amerikaanse wetenschappers deden samen een telling. Ze kwamen uit op minstens 2 biljoen, dus 2.000 miljard.

Wie dat op zich laat inwerken, begrijpt Davids woorden in de dagtekst: ‘Eeuwige God, als U zó groot bent, wat ben ik dan nietig! Hoe is het mogelijk dat U belangstelling voor mij hebt?’

Inderdaad, het is niet te begrijpen dat Gods liefde naar ons is uitgegaan. Nog minder, dat Zijn liefde zó groot is dat Hij Zijn eigen Zoon voor ons heeft afgestaan, opdat we Zijn kinderen konden worden. Dan moeten we toch wel heel kostbaar in Zijn ogen zijn! Is het niet juist mooi dat we het niet kunnen begrijpen? Daarom zullen we ons tot in eeuwigheid verwonderen en Hem zo aanbidden.

 

Het dagboek bestellen?