Ik had gezondigd en wat recht is, krom gemaakt, maar Hij heeft het mij niet vergolden. Maar God heeft mijn ziel verlost, zodat zij niet in het graf kwam, en mijn leven nu in het licht ziet.
Job 33 vers 27 en 28
Wat zou het geweldig zijn als elk mens deze woorden met zijn hele hart kon naspreken!
Mensen zijn eigenlijk maar domme wezens. De Schepper zegt ons heel nauwkeurig wat goed en nuttig voor ons is. Luisteren naar Zijn wil is gezegend. Hij heeft ons welzijn en voordeel op het oog.
Maar wij verdraaien het recht, eigenwijs als wij zijn. We denken het beter te weten. We willen onze eigen weg gaan. Maar een mens weet niet beter wat goed voor hem is, dan zijn wijze Maker!
Onze eigenwijsheid – beter: opstandigheid en weerspannigheid – levert ons niets goeds op. We zullen integendeel op Gods tijd het loon van de zonde ontvangen. Dat is niet iets om blij over te zijn.
De dagtekst zegt echter: God heeft onze ziel verlost, zodat zij niet in het graf belandt. Hij heeft ingegrepen en de weg gebaand om onze ziel te verlossen. Gelukkig is de mens die deze verlossing met beide handen aangrijpt!
Het dagboek bestellen?