Geplaatst op

Het Rechte Spoor – 2018 | Zondag 26 augustus

Zie, Ik kom, in de boekrol is over Mij geschreven. Ik vind er vreugde in, Mijn God, om Uw welbehagen te doen; Uw wet draag Ik diep in Mijn binnenste.
Psalm 40 vers 8 en 9

Het moet God de Vader enorm verheugd hebben dat Zijn Zoon Zich zo blijmoedig bereid verklaarde om naar de aarde te gaan. Aan de éne kant laat de Heilige Schrift zien dat het Gods wil was dat de Heere Jezus naar het kruis ging. Anderzijds was het Zijn vrije keus om deze weg te gaan.

Op aarde heeft Hij geleefd zoals God het wenste. Hij was niet mopperend gehoorzaam. Hij schikte Zich niet onwillig. Nee, Hij vond er een vreugde in om te doen wat voor God welbehaaglijk was. Hij zocht ernaar hoe Hij de Vader het meest welgevallig kon zijn.

Gods wet droeg Hij diep in Zijn binnenste. Wat God zei, dát deed Hij. Hij deed helemaal niets zonder een opdracht van de Vader.

Wat moet deze gezindheid voor God de Vader kostbaar zijn geweest! Zelfs in Gethsémané, toen de Vader Hem de drinkbeker van het lijden aanreikte, bracht Hij tot uitdrukking dat Gods wil moest gebeuren, koste wat het kost. Nu, het kruis kostte onze Heiland onnoemelijk veel!

 

Het dagboek bestellen?