HEERE, straf mij niet in Uw grote toorn, bestraf mij niet in Uw grimmigheid (…) Want mijn ongerechtigheden gaan mij boven het hoofd, als een zware last zijn zij mij te zwaar geworden. Psalm 38 vers 2 en 5
David heeft deze Psalm gedicht. We mogen die toepassen op onze Zaligmaker. Deze verzen beschrijven de gevoelens die Hij had, toen Hij onze zonden op Zich nam aan het kruis.
Hij is de Zondeloze. Er was niets in Hem wat God had kunnen veroordelen. Op Golgotha nam Hij ónze zonden op Zich, die ontelbare, vreselijke zonden. Direct daalde de duisternis neer. God trok Zich immers terug. Als de Heilige moest Hij Zich van Zijn eigen Zoon afwenden.
De Heere Jezus wist dat God het oordeel moest uitoefenen. Hij was bereid dat oordeel te dragen. Hij had gezegd: ‘Uw wil geschiede!’ Maar het was het vreselijkste dat Hem ooit overkomen is.
Hij nam die last van onze ongerechtigheden vrijwillig op Zich, gehoorzaam aan Zijn Vader. Wat was die zwaar! Het ging Hem boven het hoofd. Hij leed zwijgend, maar onzeggelijk zwaar. Pas aan het einde, toen Hij Gods hele straf had gedragen, uitte Hij die éne klacht: ‘Waarom hebt U Mij verlaten?’ Wat een bewijs van Zijn liefde!
Het dagboek bestellen?