Geplaatst op

Het Rechte Spoor – 2018 | Zaterdag 29 december

Geprezen zij de God en Vader van onze Heere Jezus Christus, Die ons, overeenkomstig Zijn grote barmhartigheid, opnieuw geboren deed worden tot een levende hoop, door de opstanding van Jezus Christus uit de doden, tot een onvergankelijke, onbevlekte en onverwelkbare erfenis, die in de hemelen bewaard wordt voor u.
1 Petrus 1 vers 3 en 4

De goudkluis en het bankbiljettenbedrijf van De Nederlandse Bank gaan van Amsterdam naar het defensieterrein in Zeist verhuizen. Twee jaar geleden lag er in de kelders van het kantoor aan het Frederiksplein in de hoofdstad 189 ton goud opgeslagen. Hoeveel geld er aan bankbiljetten ligt, is geheim.

Onze schatten liggen ergens anders: niet diep in een kelder, maar boven in de hemel. Ze zijn er veilig. God waakt erover.

Dat betekent dat we ons niet de minste zorgen hoeven te maken. Wij allen die in de Heere Jezus hebben geloofd, zullen met volle zekerheid behouden in de hemel aankomen. Daar zullen we tot in eeuwigheid van Gods rijkdommen genieten. We zullen volmaakt gelukkig zijn. Wat is het een voorrecht te weten dat die heerlijkheid vandaag kan beginnen, als de Heere Jezus ons komt halen!

 

Het dagboek bestellen?