Geplaatst op

Het Rechte Spoor – 2018 | Woensdag 7 februari

Het gebeurde, toen Jozef bij zijn broers was gekomen, dat zij Jozef zijn gewaad uittrokken, het veelkleurige gewaad dat hij droeg, en zij namen hem en gooiden hem in de put.
Genesis 37 vers 23 en 24

Edgar Silva en zijn vrouw reden met hun 2-jarige dochtertje in Peru over de weg. Onder het asfalt was een holte ontstaan. Toen ze erover reden, begaf het asfalt het. Ze zakten in één keer weg in het zinkgat. De auto stond er bijna verticaal in. Met hulp van omstanders wisten ze eruit te klimmen. De brandweer takelde de wagen later omhoog.

Jozef werd door z’n broers expres in de put gegooid: ze wilden hem kwijt. Dat spreekt van wat de Heere Jezus Christus is overkomen. Hij kwam op aarde en woonde in Israël. Hij werd daar tot ongewenste Vreemdeling verklaard. De leiders van de joden bespraken hoe ze Hem het beste uit de weg konden ruimen. Ze schreeuwden het voor de Romeinse stadhouder Pilatus: ‘Weg met Hem! Kruisig Hem!’

We weten het: Hij werd ter dood veroordeeld en gekruisigd. Aan dat kruis werd Gods wil volbracht. Daar stierf Zijn Zoon als het ware Offer voor de zonde. Hij onderging de straf die wij hadden verdiend. Ieder die in Hem gelooft, ontvangt nu zondenvergeving en het eeuwige leven.

 

Het dagboek bestellen?