Geplaatst op

Het Rechte Spoor – 2018 | Donderdag 3 mei

Zij sprongen tegen het altaar aan, dat men gemaakt had.
1 Koningen 18 vers 26

Een auto reed in april vorig jaar door Helmond. De 61-jarige dame achter het stuur werd onwel. In een bocht ging de auto rechtdoor, door de voortuin, de kamer binnen van een woning aan de Rijnlaan. Naast het bankstel kwam de auto tot stilstand. De bewoonster schrok zich wild, maar een sprong redde haar leven.

De priesters van Baäl sprongen tegen het altaar op dat zij voor hem hadden gemaakt. Ze baden, ja, schreeuwden tot hem, maar hij antwoordde niet. Ook op hun sprongen van wanhoop reageerde hij niet. Hoe zou hij ook kunnen? Een afgod is immers niets!

Elia offerde aan de Heere God. Hij bad – en God antwoordde van de hemel: er viel een vuur neer dat alles verteerde.

Wie tot de ware God bidt, tot de Vader van de Heere Jezus Christus, die kríjgt antwoord. Nee, niet hoorbaar voor onze oren en zichtbaar voor onze ogen. Door het geloof horen en zien we het. God heeft in de Bijbel beloofd dat Hij ieder als Zijn kind aanneemt, die zich voor Hem neerbuigt en in de Heere Jezus gelooft. Hij houdt Zijn woord!

 

Het dagboek bestellen?