Geplaatst op

Het Rechte Spoor – 2017 | Zondag 12 november

Rampen, niet te tellen, hebben mij omvangen; mijn ongerechtigheden hebben mij getroffen, en ik heb ze niet kunnen overzien. Zij zijn machtig veel meer dan de haren van mijn hoofd, en mijn hart heeft mij verlaten.
Psalm 40 vers 13

De Heere Jezus heeft nooit enige zonde gedaan. Hij had ook geen zondige natuur. In Hem was niets van zonde. Toch horen we Hem in onze dagtekst profetisch spreken over Zijn ongerechtigheden. Hoe kan dat?

Dat kan alleen, omdat Hij onze ongerechtigheden op Zich heeft genomen. Hij heeft ze tot de Zijne gemaakt. Dat wil zeggen: Hij heeft ze voor God beleden alsof Hij ze Zelf had bedreven. Dat gaat oneindig ver.

De Heere Jezus heeft niet tot God gezegd: ‘Zij hebben al die zonden gedaan, maar Ik wil voor hen de straf erover dragen. Laat dat oordeel maar over Mij komen!’ Nee, Hij heeft gezegd: ‘Zíj hebben al dat kwaad niet gedaan, Ik heb het gedaan. Ik heb die straf verdiend!’

Hij nam niet alleen onze straf, maar ook onze schuld op Zich. Is dat niet een bewijs van Zijn oneindig grote liefde voor ons? Hij nam onze plaats in en heeft ons nu met Zichzelf verbonden.

 

Het dagboek bestellen?