Geplaatst op

Het Rechte Spoor – 2017 | Zondag 10 december

Hij is als een loot opgeschoten voor Zijn aangezicht, als een wortel uit dorre aarde. Gestalte of glorie had Hij niet; als wij Hem aanzagen, was er geen gedaante dat wij Hem begeerd zouden hebben. Hij was veracht, de onwaardigste onder de mensen, een Man van smarten.
Jesaja 53 vers 2 en 3

De Man van Jesaja 53 is onze geliefde Meester en Heiland Jezus Christus.

Hij was de Zoon van God en werd als Mens geboren. Hij groeide op uit de aarde, als een loot, als een wortel. Ja, de Mens uit de hemel lag als een Baby in de kribbe en groeide op tot een peuter, een kind, een volwassene.

Aan de buitenkant was er niets bijzonders aan Hem te zien: geen stralenkrans om Zijn hoofd, geen blinkende kleren, geen uitzonderlijk uiterlijk. We kunnen ons alleen voorstellen dat Zijn ogen een bijzondere uitstraling gehad moeten hebben, want die weerspiegelden Zijn ziel.

Hij was niet in aanzien, maar werd juist veracht. De onwaardigste onder de mensen, zo werd Hij beoordeeld. Hij was – hoe grijpt het ons aan! – de Man van smarten. Tijdens Zijn hele leven was dat het geval, maar op het kruis van Golgotha bereikten deze smarten hun trieste dieptepunt.

 

Het dagboek bestellen?