Twee Klassen

Niet voorradig – in overleg leverbaar

 0,05

Twee Klassen

Op 1 april 1912 vond de proefvaart plaats. De Titanic meerde na twee dagen in Southampton aan. Vandaar vertrok het luxueuze schip op 10 april om 12.00 uur met bestemming New York.

Vier dagen later, op 14 april, druppelden vanaf ’s morgens 09.00 uur de waarschuwingen voor ijsbergen binnen. Vlak voor middernacht, om 23.40 uur, schampte de oceaanreus één van die ijskolossen. Ruim tweeënhalf uur later verdween het schip in de diepte.

Het hoofdkantoor van de rederij White Star Line stond in Liverpool. Nadat de ondergang van de Titanic bekend was geworden, werden daar twee grote borden geplaatst. Op het linkerbord stond met grote letters: ‘Bekend als geredʼ. Op het andere: ‘Bekend als verlorenʼ.

Familieleden en vrienden van de passagiers en andere belangstellenden stonden buiten te wachten. Als een bericht binnenkwam over één van de reizigers, werd zijn naam op een stuk karton geschreven – en wachtte de zwijgende menigte buiten ademloos op welke van de beide borden de naam geplaatst zou worden.

Toen de reis van de Titanic begon, waren er drie passagiersklassen: de eerste, de tweede en de derde. Toen de reis eindigde, waren er nog maar twee: de overlevenden  en de doden.

Inderdaad, de hele mensheid valt uiteen in geredde mensen en verloren mensen.

Wie niets met de Heere Jezus Christus te maken wil hebben, geldt als verloren. Hij is verloren voor de hemel. De straf over zʼn zonden zal hij moeten dragen, zonder einde. Want in Gods ogen zijn alle mensen zondaars; ze hebben het oordeel verdiend.

Elk die de Heere Jezus als zijn Zaligmaker en Verlosser heeft aangenomen, is gered. Hij is behouden voor de eeuwigheid. Wat voor positie we in de maatschappij innemen, is daarbij van geen enkel belang. Het gaat alleen om de vraag: Is Jezus Christus, is de Zoon van God mijn Redder en Verlosser?

Wat is uw antwoord?

“Wij weten, dat Deze [= de Heere Jezus Christus] waarlijk de Heiland van de wereld is” (Johannes 4 vers 42).

Als we in Hem geloven, mogen we de gelukkige zekerheid hebben dat we het eeuwige leven hebben ontvangen.

“Wie in de Zoon gelooft, heeft eeuwig leven; maar wie de Zoon ongehoorzaam is, zal het leven niet zien, maar de toorn van God blijft op hem” (Johannes 3 vers 36).

God is goed. Om ons mensen dat nieuwe, dat eeuwige leven te geven, liet Hij Zijn eigen Zoon sterven aan het kruis!

P28