Dinsdag 2 december
Zoals het gebeurde in de dagen van Noach, zo zal het ook zijn in de dagen van de Zoon des mensen. Zij aten, zij dronken, zij namen ten huwelijk en zij werden ten huwelijk gegeven tot op de dag waarop Noach de ark binnenging en de zondvloed kwam en hen allen om deed komen.
Lukas 17 vers 26 en 27
God gaf Adam en Eva in de lusthof alles wat op aarde groeit, te eten. Daartoe liet Hij het voedsel groeien. Hij spoort ons aan dat te eten, maar niet zonder Hem daarvoor te danken.
Waarom klinkt het dan zo negatief wat de Meester zei van de mensen uit Noachs tijd? Het gaat om het misbruik van Gods zegeningen. Het ongeremde eten en drinken brengt mensen soms op de rand van het graf of zelfs erin!
In tijden van honger en gebrek door natuurrampen of oorlogen zijn mensen eerder geneigd naar God te luisteren. Welvaart en overvloed houden hen daar vaak juist van af. Hun godsdienst is de luxe en de gemakzucht. Hun god is hun buik. Hun hemel is een zwelgpartij. Arme mensen die zó door het oordeel worden overvallen! Als we God kennen, mogen we dankbaar genieten van de aardse zegeningen.