Boeddha en Mohammed

Niet voorradig – in overleg leverbaar

 0,05

Boeddha en Mohammed

In een klooster in het verre Oosten wordt een tand van Boeddha bewaard. In hun kleurige gewaden laten de monniken de tand trots aan het goedgelovige volk zien. Die tand is het overtuigende bewijs van het historische bestaan van de grondlegger van hun religie. Die tand bewijst tegelijk zijn dood.

Een mohammedaan was het niet eens met een christen. ‘Wat is het christendom nu? Jullie weten niet eens zeker waar Christus is begraven! Ik kan je het graf van de profeet Mohammed aanwijzen!’ Hij leverde daarmee het bewijs dat ook Mohammed, de grondlegger van de islam, dood is.

Wat een verschil met het christendom!

Jezus Christus is de Vorst van het leven. Hij lééft! Hij is in de hemel; Zijn graf is leeg.

Hoe weten we zeker dat Hij de levende Zoon van God is? Dat Hij uit de dood is opgestaan? – Doordat vele honderden mensen daarvan ooggetuigen zijn geweest. In het Nieuwe Testament, het tweede deel van de Bijbel, hebben zij hun verklaring op schrift gesteld.

Hoe weten we dat we zelf te zijner tijd uit het graf zullen opstaan? – Doordat “Christus is opgewekt uit de doden, de Eersteling van hen die ontslapen zijn” (1 Korinthe 1 vers 20).

Hoe kunnen we weten dat we voor God gerechtvaardigd zijn? – Doordat Jezus Christus “is overgegeven om onze overtredingen en opgewekt om onze rechtvaardiging” (Romeinen 4 vers 2).

Dit is voor christenen de heerlijke zekerheid van het lege graf van Jezus Christus. Hij is nu de Verlosser van iedereen die in Hem gelooft. Ja, de Heere Jezus is werkelijk opgestaan. Hij is de levende Zoon van God; Hij wil en kan ons helpen!

Tegen één van Zijn volgelingen, de apostel Johannes, zei Hij jaren later: “Vrees niet , Ik ben de Eerste en de Laatste, en de Levende; en Ik ben dood geweest, en zie, Ik ben levend tot in alle eeuwigheid” (Openbaring 1 vers 17 en 18).

Kent u die levende Christus? Gelooft u dat Hij ook voor u naar het kruis ging om te sterven? Kunt u zeggen dat Hij ook voor u in het graf is neergedaald én daaruit is opgestaan?

Hij was Zelf onschuldig, maar stierf de dood en ging in het graf om de straf over onze zonden te dragen. Hij wil de hemel voor u openen en u de eeuwige heerlijkheid schenken!

P20