Op de eerste dag van de week, toen de discipelen bijeengekomen waren om brood te breken (…)
Handelingen 20 vers 7
In de laatste nacht, vlak vóór Zijn gevangenname, stelde de Heere Jezus het avondmaal in voor Zijn discipelen. De oproep om dat te eten, geldt nu alle gelovigen. Tot op de dag van vandaag, ja, totdat de Heere Jezus komt, is het het grote voorrecht van de christenen om dit gedachtenismaal te eten en daarbij te denken aan de onnoemelijk hoge prijs die de Zaligmaker op Golgotha betaalde.
Het brood herinnert aan het heilige lichaam van de Heere Jezus dat Hij voor ons in de dood gaf. Hij droeg onze zonden in Zijn lichaam op het hout en verzoende ons zo met God.
De drinkbeker is een symbool van Zijn bloed. Het is kostbaar bloed, maar Hij vergoot het voor ons, opdat wij vergeving van onze zonden konden ontvangen.
Als we denken aan het lijden en de dood van onze geliefde Heiland, kunnen onze harten dan koud blijven? Worden ze dan niet vol van dankbaarheid en bewondering? Zullen onze monden niet overstromen om Hem dat te zeggen en Hem te prijzen?
Het dagboek bestellen?