Voor mijn liefde klagen zij mij aan, maar ik was steeds in gebed. Zij hebben kwaad over mij gebracht in plaats van goed, en haat in plaats van mijn liefde.
Psalm 109 vers 4 en 5
De Heere Jezus vertelde in Lukas 15 het verhaal van de verloren en teruggekeerde zoon en van zijn broer die zichzelf zo goed vond. Het verhaal eindigt heel abrupt met de uitnodiging van de vader aan deze oudste zoon om zich mee te verheugen over de terugkeer van zijn broer. Het antwoord wordt verzwegen. Het is alsof tegen iedere luisteraar wordt gezegd: ‘Dat antwoord moeten júllie geven!’
God probeert iedere keer weer om mensen Zijn liefde voor te stellen. Hij wil ons zo graag allemaal als kinderen in Zijn armen sluiten. Hij heeft daartoe Zijn eigen Zoon als de Heiland gezonden en Hem aan het kruis laten sterven.
De Heere Jezus heeft alleen maar liefde bewezen. Hij heeft geen mens kwaad gedaan, maar alleen gezegend. Wat moet het voor Hem zijn geweest te ervaren dat het antwoord haat was! Wat moet het voor God zijn geweest te zien dat Zijn Zoon kwaad werd aangedaan! Toch blijft Zijn aanbod van genade staan, nog steeds, nu al bijna tweeduizend jaar. Zó groot is Zijn liefde!
Het dagboek bestellen?