Smaad heeft mijn hart gebroken en ik ben zeer zwak; ik heb gewacht op medeleven, maar het is er niet, op troosters, maar ik heb ze niet gevonden.
Psalm 69 vers 21
De Heere Jezus had een uiterst fijn medegevoel, als niemand anders. En dat hebben de mensen op veel manieren gekwetst.
De valse beschuldigingen waren geen slagen die Zijn lichaam, maar die Zijn reine ziel en hart troffen en Zijn gevoel kwetsten. De leiders spraken niet positief over Hem. Voor hen was Hij een onaangename staatsburger. Ook de mensen in de kroegen lachten om Hem. Hoe zwaar moet dat de Heiland hebben getroffen!
“Al mijn beenderen zou ik kunnen tellen; en zij, zij zien het aan, zij kijken naar mij. Zij verdelen mijn kleding onder elkaar en werpen het lot om mijn gewaad” (Psalm 22 vers 18 en 19). Hier spreekt de Zoon van God over Zijn schande. Wat heeft de mens Hem op een vreselijke manier onteerd! Zij lachten om Hem toen Hij daar hing, van kleding beroofd. Hij droeg de zonde en hing daar in hun plaats. Dat alles heeft Hij zwijgend gedragen, zonder Zich te verdedigen. Wat was onze Heiland met lijden vertrouwd!
Het dagboek bestellen?