Als iemand dient, dan als iemand die dient uit kracht die God schenkt; zodat God in alles verheerlijkt wordt door Jezus Christus. Hem komt de heerlijkheid en de kracht toe, tot in alle eeuwigheid. Amen.
1 Petrus 4 vers 11
Leeft bij ons niet de vraag: Wat kan ik voor de Heere Jezus doen? Die wens is goed. Maar lopen we niet vaak tegen onze eigen zwakheid en beperktheid aan als we proberen daar invulling aan te geven? Dat kan ons terneerdrukken.
Hoe is het als we de vraag wat anders formuleren: Wat kan de Heere Jezus door mij doen? Dan ligt de verantwoordelijkheid van het kunnen bij Hem. Ik mag dan een kanaal zijn waarvan Hij gebruikmaakt. De bron van de zegen voor anderen ligt bij Hem en niet in mijzelf. Ik ben slechts een werktuig – en meer wil ik helemaal niet zijn.
Alle lof voor wat door middel van mij wordt gedaan, is dan ook enkel en alleen voor de Heere Jezus. Híj heeft het immers gedaan! Toch weten we dat Hij ons ook nog wil belonen voor alles wat Hij in mij heeft kunnen bewerken. Wat hebben we een genadige Meester!
De vraag is alleen: Zijn we bruikbare werktuigen voor Hem en niet verstopte kanalen?
Het dagboek bestellen?