Hoe zal Hij, Die zelfs Zijn eigen Zoon niet gespaard maar voor ons allen overgegeven heeft, ons ook met Hem niet alle dingen schenken?
Romeinen 8 vers 32
In een flatgebouw in Egypte vond in een keuken op de vierde verdieping een gasexplosie plaats. Een tweeling van acht maanden oud werd daardoor met matras en al door het raam naar buiten geslingerd. De beide meisjes Amal en Amaal landden, nog steeds op hun matras, op een onverhard schoolplein. Ze huilden om het leven, maar hadden zelfs geen schrammetje.
De wonderen zijn de wereld nog niet uit. Mogen we God daar niet voor danken?
Hij spreekt tot ons. Soms door zo’n wonderlijke bescherming, soms ook juist door een ziekte, een sterfgeval in onze omgeving, door een ongeluk of een ramp. Omdat God liefde is, weten we zeker dat Hij altijd het beste zoekt voor ons. Daar hoeven we nooit aan te twijfelen, want op het kruis bewees Hij op onbetwistbare wijze dat Zijn liefde Goddelijk groot is. Als Hij zelfs Zijn eigen Zoon afstond, wat zou voor Zijn liefde dan te veel of te groot zijn? Er ís toch niets groters denkbaar?
Ja, God is liefde!
Het dagboek bestellen?