Welzalig is hij van wie de overtreding vergeven, van wie de zonde bedekt is. Welzalig de mens wie de Heere de ongerechtigheid niet toerekent.
Psalm 32 vers 1 en 2
Een 49-jarige dame belde het alarmnummer. Het klonk allemaal wat verward. Ze bleek ladderzat te zijn, maar besefte zelf dat ze een gevaar op de weg was: ‘Ik heb de hele avond gedronken en wil geen ongelukken veroorzaken’. De man van de telefooncentrale gaf haar de raad haar auto direct aan de kant van de weg te zetten met de alarmlichten aan. Agenten gingen erheen en hielden haar aan. Voor de rechter zou het in haar voordeel werken dat de vrouw zichzelf had aangegeven.
Als een mens zelf tot God gaat om zijn schuld te erkennen, wordt hem zelfs alles kwijtgescholden. Er volgt geen enkele straf. Dat zou ook niet kunnen, want de Heere Jezus heeft het oordeel al gedragen voor alle mensen die zich tot God bekeren. Hij riep aan het kruis: “Het is volbracht!” Alles is gedaan.
Daarom zijn ons alle overtredingen vergeven. Al onze zonden zijn bedekt. Onze ongerechtigheid wordt ons niet toegerekend, omdat God die aan Christus heeft toegerekend. Daarom zijn wij nu vrij van alle schuld, door het geloof in Hem!
Het dagboek bestellen?