Wat ik namelijk teweegbreng, doorzie ik niet, want niet wat ik wil, dat doe ik, maar wat ik haat, dat doe ik (…) Nu ben ik het echter niet meer die dit teweegbreng, maar de zonde die in mij woont.
Romeinen 7 vers 15 en 17
Tussen 1880 en 1920 werd de Stelling van Amsterdam aangelegd. Het was een ring van verdedigingswerken rond de hoofdstad, totaal 45 forten. De linie ligt zo’n 20 kilometer van het centrum van de stad. Door een netwerk van sluizen en kanalen konden bij aanvallen grote stukken land onder water worden gezet. In de toenmalige oorlogsvoering was dat een enorm voordeel voor de verdedigers.
Ja, de vijand moet je buiten de deur houden. Nu ligt daarin voor ons een enorm probleem. Onze ergste vijand zit namelijk in ons eigen hart. Het is de zonde, onze zondige natuur. Die woont in ons. En die heeft macht over de mens. Hij kan het goede wel willen, maar die zonde is hem te sterk. Elke keer weer verleidt die hem tot zondigen.
Daarvoor is de Heere Jezus gestorven. Hij werd tot zonde gemaakt. God oefende het oordeel over Hem uit. Als we in Jezus Christus geloven, mogen we weten dat onze zondige natuur al veroordeeld is. We hebben gerechtigheid ontvangen – in Gods oog!
Het dagboek bestellen?