Zij kwam dichterbij, knielde voor Hem neer en zei: Heere, help mij! Hij antwoordde echter en zei: Het is niet behoorlijk het brood van de kinderen te nemen en naar de hondjes te werpen. Zij zei: Ja, Heere, maar de hondjes eten ook van de kruimels die er vallen van de tafel van hun bezitter.
Mattheüs 15 vers 25 tot en met 27
Een vrouw die niet uit het volk Israël stamde, kwam bij de Heere Jezus. Maar omdat Hij als Messias tot de Joden was gekomen om het volk van zonden te bevrijden, had die vrouw geen recht op Zijn hulp.
Dát is onze toestand voor God. De zonde heeft ons zonder uitzondering tot schuldige schepselen gemaakt. Uit deze geschiedenis leren we echter dat we toch tot Hem mogen komen. Deze vrouw laat ons ook zien hoe we tot Hem moeten komen.
Ze kwam in het besef dat ze geen recht had op de hulp van de Heiland. Tegelijkertijd had ze een rotsvast vertrouwen in Zijn barmhartigheid en genade.
Als een mens met deze instelling tot God nadert, zou God hem of haar dan verstoten? Nóóit! Nee, Hij verheugt Zich oprecht en met Zijn hele hart over ieder die zo om genade smeekt. Hij bewijst die gunst dan op overweldigende wijze!
Het dagboek bestellen?