Daarom zegt Hij bij Zijn komst in de wereld: Slachtoffer en spijsoffer hebt U niet gewild, maar U hebt voor Mij een lichaam gereedgemaakt. Brandoffers en offers voor de zonde hebben U niet behaagd. Toen zei Ik: Zie, Ik kom – in de boekrol is over Mij geschreven – om Uw wil te doen, o God!
Hebreeën 10 vers 5 tot en met 7
De vele offers uit oude tijden behaagden God niet werkelijk, want een mens moest voor mensen voldoen. Gods eigen Zoon zag dat en bood Zich aan om Mens te worden. God bereidde Hem een lichaam toe; zó werd Christus geboren.
Hij kwam in de wereld om het ware Offer voor God te zijn. Hij werd geboren om te kunnen sterven. Het loon van de zonde is immers de dood! En Hij kwam om de zonden werkelijk weg te doen. Door niets anders kon Gods heiligheid worden bevredigd.
De prijs was onnoemelijk hoog: Hijzelf moest daartoe van voor Gods aangezicht worden weggedaan, drie uren lang! Toen de duisternis over Golgotha daalde, was dat, omdat de God van het licht Zich terugtrok – en dat van Zijn eigen Zoon, de Zondeloze! Zó volbracht Hij de wil van God. Zijn offerdood waaraan we op deze dag van de Heere opnieuw mogen denken, verspreidde voor Zijn God en Vader een rustgevende reuk.