Toen de Farizeeën bijeenwaren, vroeg Jezus hun: Wat denkt u over de Christus? Wiens Zoon is Hij?
Mattheüs 22 vers 41 en 42
Wat betekent Christus voor óns, voor u en mij?
Mensen die Zijn kruisiging meemaakten, getuigden van Zijn onschuld.
De verrader Judas erkende: “Ik heb gezondigd, want ik heb onschuldig bloed verraden!” (Mattheüs 27 vers 4). De Romeinse hoofdman riep, nadat de Heere Jezus was gestorven: “Werkelijk, Dit was Gods Zoon!” (vers 54). Zelfs Pilatus had vóór de veroordeling openlijk uitgesproken: “Ik ben onschuldig aan het bloed van deze Rechtvaardige” (vers 24).
Alleen de erkenning dat de Heere Jezus rechtvaardig en de Zoon van God is, heeft deze mensen echter niet op de weg naar de hemel gebracht.
Toen de Heere Jezus een week na Zijn opstanding opnieuw in het midden van Zijn discipelen verscheen, stamelde de ‘ongelovige’ Thomas: “Mijn Heere en mijn God!” (Johannes 20 vers 28). Hij was een gelóvige Thomas. Hij had een persoonlijke verbinding met de Christus. Dát is beslissend! Deze Heiland mogen we liefhebben en dienen, zeker ook vandaag, op Zijn dag.