Naar Uw Naam en naar Uw gedachtenis gaat het verlangen van onze ziel uit.
Jesaja 26 vers 8
De Heere Jezus was met Zijn discipelen in de bovenzaal bijeen, de laatste keer vóór Zijn sterven. Hij verklaarde: “Ik heb er vurig naar verlangd dit Pascha met u te eten, voordat Ik ga lijden” (Lukas 22 vers 15). Hij wilde met hen spreken over datgene waarvan het lam van dit feest sprak: Zijn sterven.
Zijn gedachten gingen ook verder: naar de maaltijd die in al de eeuwen van het christendom spreekt van Zijn liefde tot in de dood. Het brood en de beker spreken van Zijn overgegeven lichaam en Zijn gestorte bloed. Ze getuigen van de dood die Hij wilde sterven, omdat Hij God wilde verheerlijken en ons mensen verlossen.
Verlangen wij er ook naar te denken aan wat Hij leed? Dat vraagt Hij van ons allemaal die door Zijn sterven voor de eeuwigheid in veiligheid zijn.
We mogen nooit vergeten wat Christus daarvoor moest ondergaan. Het zou de grootste ondankbaarheid zijn als we daar nooit bij stil zouden staan. Hij leed zo onnoemelijk veel voor u en mij, uit zuivere liefde, dat Hij het waard is dat we Hem er iedere dag voor danken en prijzen!