Toen het al ochtend geworden was, stond Jezus aan de oever, maar de discipelen wisten niet dat het Jezus was.
Johannes 21 vers 4
Niet lang na de opstanding van de Heere Jezus zei Petrus tegen een paar medediscipelen dat hij wilde gaan vissen. Hoewel de Heiland hem had geroepen om Hem te volgen en visser van mensen te worden, keerde hij terug naar zijn oude beroep. Het gevolg was dat de ogen van de discipelen voor hun Meester werden verduisterd. Ze herkenden Hem niet.
Bij onze bekering hebben we met ons vroegere leven gebroken en ons van de wereld afgezonderd. Hoe gemakkelijk kunnen we na verloop van tijd, als het ‘eerste vuur’ een beetje is gedoofd, bepaalde dingen weer in ons leven toelaten! Wat is het gevolg? We verliezen de Heere Jezus uit het oog!
Toen we ons inspanden om vissen te vangen, en dat helemaal niet lukte, begrepen we niet eens dat de Meester daardoor tot ons sprak! We verzetten ons ertegen en vonden de tegenslag oneerlijk.
Gelukkig liep de Heere Jezus niet weg. Hij wachtte op de oever en sprak de discipelen aan. Hij wil ons terugbrengen. Zijn geduld is Goddelijk groot!