Het varken, want dat heeft wel gespleten hoeven; de hoef is in tweeën gespleten, maar het herkauwt het gekauwde niet; dat is voor u onrein.
Leviticus 11 vers 7
Op het politiebureau rinkelde de telefoon. Een taxichauffeur had een vreemde melding. Hij had een dier voor de wagen gekregen. Hij had geremd wat hij kon, maar het beest had de klap niet overleefd. Het was een ‘enorme hamster met zeer grote tanden’. Agenten zagen een middelgroot wild zwijn op de weg liggen. Ze benadrukten dat de man wel nuchter was. Een dierenkenner was hij blijkbaar niet.
God gaf Israël nauwkeurige voorschriften welke dieren rein waren en gegeten mochten worden. Ze moesten gespleten hoeven hebben en herkauwers zijn.
Gespleten hoeven spreken van een goede wandel, van standvastigheid in het dagelijkse leven. Herkauwen is een beeld van het grondig nadenken over het Woord van God, het voedsel voor onze zielen.
Die twee dingen kenmerken reine mensen. We kunnen onszelf onderzoeken. Hoeveel tijd maken we vrij om de Bijbel te lezen en – minstens zo belangrijk! – denken we over het gelezene na? En brengen we dat dan ook in praktijk? Is dat onze wandel?
Het dagboek bestellen?