Wij hebben de voorgaande tijd van ons leven lang genoeg de wil van de heidenen gedaan en gewandeld in uitingen van losbandigheid, begeerten, dronkenschap, zwelgpartijen, drinkgelagen en allerlei walgelijke afgoderij.
1 Petrus 4 vers 3
In het Amerikaanse Oxford werd een vrouw dood in haar huis aangetroffen. Ze had een python om haar nek. Alles leek erop dat zij door het reptiel gewurgd was. In het huis waren nog zo’n 140 slangen aanwezig. ’t Was duidelijk haar hobby, maar die had haar het leven gekost.
Zondigen, dat is ook zo’n hobby voor de mensen. In de dagtekst worden heel wat vormen opgesomd. Misschien denkt iemand: ‘Ja, maar aan zulke krasse dingen heb ik nooit meegedaan’. Dat kan, maar daar staat dat éne vervelende woordje tussen: begeerten. Dat is heel breed. Daaronder valt verschrikkelijk veel. Wie durft te zeggen dat hij nooit verkeerde verlangens heeft gehad?
Ook dit alles leidt tot de dood. Dat is immers het loon van de zonde. Wij begaan zonden – en God betaalt het loon uit. Ieder mens moet sterven. Voor allen die in Hem geloven, heeft de Heere Jezus aan het kruis dat oordeel ondergaan. Wij hebben nu het eeuwige leven!