Op die dag, toen het avond geworden was, zei Hij tegen hen: Laten wij overvaren naar de overkant.
Markus 4 vers 35
De Elbe stroomt door Hamburg. De verbinding tussen de stadsdelen Blankenese en Finkenwerder wordt onderhouden door een veerboot. Twee jaar geleden werd die geramd door het containerschip Evert Given, vierhonderd meter lang, terwijl de veerboot aangemeerd lag. Er raakte geen mens gewond, maar de pont kon naar de sloop. Er was snel vervanging; de verbinding met de overkant was belangrijk.
De Heere Jezus zegt ook tegen ieder van ons: “Laten wij overvaren naar de overkant!” Hij wil alle mensen graag meenemen naar de hemel. Hij wenst dat we daar komen waar Hijzelf woont.
De hemel was voor ons onbereikbaar. Het is immers de woonplaats van de heilige God. En wij zijn zondaars, ‘rijp voor de sloop’. Dat gaat niet samen!
Hoe kunnen we dan toch ‘overvaren’? Dat kan alleen, doordat de Heere Jezus Christus aan het kruis de straf over onze zonden heeft gedragen. Wie in Hem gelooft, wordt gerechtvaardigd. God ziet hem als rechtvaardig. Zo is hij van harte welkom in Gods hemel.
Het dagboek bestellen?