De HEERE zei tegen Kaïn: Waar is Abel, uw broer? En hij zei: Ik weet het niet; ben ik de hoeder van mijn broer?
Genesis 4 vers 9
Op de Duitse A3 bij Bessenbach reed een 48-jarige man. Hij had geen rijbewijs. Toen een politieauto voor hem kwam rijden, wilde hij al rijdend snel van plek wisselen met de 33-jarige man die naast hem zat. Daarbij drukten ze per ongeluk het gaspedaal diep in. Ze botsten keihard op de kofferbak van de politiewagen. De twee agenten raakten lichtgewond.
Wie probeert God te bedriegen om zijn straf te ontlopen, werkt zichzelf alleen maar dieper in de nesten.
Kaïn had zijn broer doodgeslagen. God bood hem de kans zijn zonde te belijden: “Waar is Abel?” Kaïn greep die kans niet. Hij ontkende en werd brutaal. Daarop sprak God het oordeel uit.
God moet elke zonde oordelen. Hij oefent het oordeel echter in de regel pas uit, nadat Hij de mensen de gelegenheid heeft gegeven zich te bekeren en hun schuld te erkennen. Dan kan God immers vergeven – en dat doet Hij zo graag!
Duik daarom niet voor Hem weg, maar ga tot Hem!