Nadat wij allen op de grond gevallen waren, hoorde ik een stem tot mij spreken.
Handelingen 26 vers 14
Een 33-jarige man zat in de trein. Op het station in Duisburg stapte hij uit de Eurocity om een sigaret te roken. Voordat hij het in de gaten had, vertrok de trein alweer. Hij sprong op de koppeling tussen twee treinstellen en klemde zich vast. Dan is 200 kilometer per uur wel erg hard! Het duurde even. Toen merkte één van de passagiers hem op en trok aan de noodrem. Op het volgende station, in Essen, wachtte de spoorwegpolitie hem op. De man had gedronken.
Of hij gedacht heeft dat zijn laatste uurtje geslagen had? Zo razen heel wat mensen het hiernamaals tegemoet. Ze rennen met open ogen naar het verderf. Ze kunnen er dankbaar voor zijn dat dan iemand aan de noodrem trekt. Als iemand ze van de Heere Jezus vertelt en wijst op de noodzaak van de bekering. Soms is die ‘iemand’ Godzelf. Dan laat Hij hen (bijna) een ongeluk overkomen of Hij legt hen op het ziekbed. Zo krijgen ze de kans om na te denken.
Grijp die kans aan, met beide handen! Luister naar Zijn waarschuwing en bekeer je tot Hem. Dan redt Hij van het eeuwige oordeel en geeft daarvoor in de plaats de hemelse heerlijkheid.
Het dagboek bestellen?