Geplaatst op

Het Rechte Spoor – 2020 | Vrijdag 6 november

Herinner hen eraan (…) dat zij tot elk goed werk bereid zijn.
Titus 3 vers 1

Een mens wordt niet door eigen verdiensten gered, maar enkel en alleen door genade, door middel van het geloof. Zodra hij een kind van God is geworden, kan hij goede werken doen die tot vreugde en eer van God zijn. Daartoe wordt elk kind van God opgeroepen. Het is onze heilige plicht.

Het is niet aan ons eigen inzicht overgelaten wat we voor God mogen doen. Ons leven mag het doel hebben Zijn wil te doen en Hem welgevallig te zijn. Daarom hoort de Heere graag onze vraag: ‘Heere, wat moet ik doen?’ Zijn we bereid eenvoudig te doen wat God van ons vraagt? Is het niet vaak zo dat we zo vol eigen ideeën zijn dat we helemaal niet merken wat God eigenlijk van ons verwacht?

De goede werken die God verblijden, zijn het resultaat van heiligheid en liefde. De gelovige is alleen in staat een goed werk voor God te doen, als hij zich van het kwaad reinigt. Bovendien moet de liefde de innerlijke drijfkracht zijn. De Heere Jezus is ook daarin Zelf ons grote Voorbeeld. Er was geen enkele handeling in Zijn leven die haar oorsprong niet in Zijn oneindige liefde vond.

 

Het dagboek bestellen?