U zult omwille van Mijn Naam door allen gehaat worden. Maar er zal beslist geen haar van uw hoofd verloren gaan.
Lukas 21 vers 17 en 18
Op een mensenhoofd groeien heel wat haren. Elke haar heeft een eigen haarzakje in de huid. Onderin, bij de haarwortel, worden aan één stuk door nieuwe cellen aangemaakt. Ze duwen de oude, afgestorven cellen naar buiten. Zo wordt een haar steeds langer. Hij kan jarenlang groeien, tot er geen nieuwe cellen meer bijkomen. Dan valt hij uit.
Is het niet wonderlijk dat God zelfs waakt over alle haren van ons hoofd? Het is zó klein, zó minuscuul – en toch valt er niet één op de aarde als Hij het niet wil! Wie de Heere Jezus Christus als z’n Zaligmaker heeft aangenomen en bij Hem hoort, zal ervaren dat de wereld hem haat. Dat heeft Hij in de dagtekst immers voorzegd. We zijn nog wel in de wereld, maar horen niet meer bij deze wereld. Want zij heeft onze Heiland uitgestoten!
Is dat een reden om dan maar niet in Hem te geloven? Nee, natuurlijk niet! Het is waar: tijdens het korte leven op aarde kun je met verachting en zelfs vervolging te maken krijgen, maar daarop volgt de eeuwige heerlijkheid!
Het dagboek bestellen?