Excuus!
Door een vervelende fout is het stukje van 29 februari voor ‘Het Rechte Spoor’ wel geschreven en klaargemaakt, maar bij het drukken niet in het kalenderboekje opgenomen. Daar bieden we graag onze verontschuldigingen voor aan en we hopen op uw begrip!
Als ‘pleister op de wond’ bieden we u een gratis abonnement op ons tijdschrift ‘In Grazige Weiden’ voor 2020 aan. Bij het eerste nummer sturen we u bovendien een mooi gratis boekje mee.
Maakt u van dit aanbod gebruik? Klik dan hieronder:
Wanneer een vuur om zich heen grijpt en op de doornstruiken overslaat, zodat een korenhoop, het staande koren of het hele veld verbrand wordt, moet hij die het vuur heeft aangestoken, een volledige vergoeding geven.
Exodus 22 vers 6
Een 14-jarige jongen stond te roken op het balkon van een woning in het Duitse Schwerin. Hij gooide zijn peuk weg. Die belandde op een bank. Daardoor brak er brand uit. De woning was voorlopig niet bewoonbaar. Die van de buren evenmin. De schade bedroeg zo’n 50.000 euro.
God had het in de wet laten opnemen: de brandstichter moet betalen. Hij eist van de mensen rekenschap van al hun daden. Ook van diefstal en geweld. Van ontrouw en zedeloosheid. Van boze woorden en lasterpraat. Van jaloersheid en trots. Van verkeerde verlangens en slechte motieven.
Wie durft te beweren dat hij onschuldig voor God staat? De Bijbel laat er geen misverstand over bestaan: we zijn allemaal zondaars. In Zijn grote genade heeft God onze straf echter op Zijn eigen Zoon gelegd. Wat wij hadden verdiend, heeft Hij gedragen. Daardoor kunnen wij vergeving ontvangen – als we onze schuld voor Hem erkennen.
Het dagboek bestellen?