Geplaatst op

Het Rechte Spoor – 2020 | Maandag 19 oktober

De tollenaar bleef op een afstand staan en wilde ook zelfs zijn ogen niet naar de hemel opheffen, maar sloeg op zijn borst en zei: O God, wees mij, de zondaar, genadig.
Lukas 18 vers 13

Twee jaar geleden stond een 54-jarige man uit Breda voor de rechtbank. Hij had twee supermarkten overvallen. Hij gaf bij de balie een briefje: ‘Hang niet de held uit. Gewoon doen wat ik zeg, dan ben ik snel weer weg. Doe je dit niet, dan aarzel ik niet’. Hij had geld nodig om zijn schuld bij drugshandelaars af te lossen. Hij beklaagde zich dat hij zo lang op het geld moest wachten. Hij mopperde tegenover de politie dat het ‘wel een eeuwigheid duurde’. Hij moest er nota bene zelfs zijn pistool voor doorladen. Dat was toch helemaal niet nodig geweest!

Dát is nu de mens ten voeten uit: zelf aan alle kanten fout zitten – en nog anderen beschuldigen!

De tollenaar liet wel iets heel anders zien. Hij was zich goed bewust van zijn schuld. Hij schaamde zich zó dat hij zelfs niet naar de hemel durfde te kijken. Hij boog zich neer. Met diep berouw erkende hij zijn schuld. Hij smeekte om genade. Nu, zo iemand ontvangt van God volle genade op grond van Christus’ kruis.

 

Het dagboek bestellen?