Doe uw schoenen van uw voeten, want de plaats waarop u staat, is heilig.
Jozua 5 vers 15
Bij het Duitse Trier ligt het dorpje Föhren. De inwoners stonden voor een raadsel: ’s nachts verdwenen keer op keer schoenen. Die stonden vaak bij de voor- of achterdeur. Was het een grap van jongeren? Of liep er een dorpsgek rond? Een boswachter ontdekte na lange tijd wie de dader was. Hij vond in een vossenhol 86 schoenen en eromheen nog eens 32.
Jozua moest zijn schoenen uittrekken. Die plek was heilig. Hij moest eerbied laten zien.
Vertonen wij voldoende eerbied tegenover onze Schepper, de almachtige God?
Is het goed om ouders, leraren, werkgevers, burgemeesters en ministers bij hun voornaam aan te spreken? Om altijd maar amicaal te doen? Daarover verschillen de meningen.
Eén ding staat als een paal boven water: tegenover God zijn we eerbied verschuldigd! De oproep is zeker nu erg belangrijk. Het is nodig te beseffen dat wij maar nietige mensen zijn, en bovendien zondaars, terwijl Hij de eeuwige en ook heilige God is.
Het dagboek bestellen?