De ogen van de HEERE zijn op elke plaats: ze slaan slechte en goede mensen gade.
Spreuken 15 vers 3
Een stel jongens voetbalde regelmatig op een veldje in het dorp. Ernaast lag een boomgaard. Daar stond een dichte heg omheen, maar daarin zat een gat. Af en toe kropen ze door die opening en deden zich te goed aan de appels.
De eigenaar van de boomgaard had dat gat natuurlijk makkelijk kunnen dichtmaken, maar hij deed wat anders. Hij plaatste er een bordje bij. Daarop had hij geschreven: God ziet het.
De jongens kwamen niet meer terug.
Denken we er niet te weinig aan dat God alles ziet? Er zijn mensen, dat zijn vrome en echt godvrezende christenen – zolang andere mensen hen zien. Als niemand hen ziet, is er van die vroomheid weinig over.
Zo kun je inderdaad mensen bedriegen, maar God niet. Zijn ogen zijn overal. Hij ziet alles, wat we doen en laten. Hij hoort wat we zeggen. Hij weet wat we denken. Ja, Hij peilt zelfs de diepten van ons hart.
Het zou goed en heilzaam zijn als we ons daar meer bewust van waren. Zouden we dan niet anders leven?
Het dagboek bestellen?