Wie oren heeft om te horen, laat hij horen.
Mattheüs 11 vers 15
Een jongeman was gek op orgelmuziek, maar moest niets hebben van de Bijbel. Tijdens een concert genoot hij met volle teugen van de muziek, maar toen de predikant een woord sprak, stopte hij twee vingers in zijn beide oren.
Een vlieg ging op het puntje van zijn neus zitten. Niets hielp om die te verjagen: geen hoofschudden, geen blazen. Het kriebelde zó dat hij één vinger uit zijn oor trok en de vlieg verjoeg. Juist op dat moment hoorde hij de dominee zeggen: “Wie oren heeft om te horen, laat hij horen”! – Het sloeg in als een bom en leidde uiteindelijk tot zijn inkeer.
Gods Woord is machtig. Het is als een hamer die de hardste harten kan verbreken. Gods Geest zorgde ervoor dat alles juist bestuurd was. Mensen hadden het niet beter kunnen plannen.
Ja, we mogen bijzonder dankbaar zijn dat we de Heilige Schrift bezitten. Al Gods gedachten zijn ons daarin geopenbaard. Eveneens mogen we dankbaar zijn dat God Zijn Geest heeft gegeven, opdat Zijn Woord ons geweten en hart kan bereiken en daar z’n werk doet.
Het dagboek bestellen?