Ik heb tegen u dat u uw eerste liefde hebt verlaten. Bedenk dan van welke hoogte u bent gevallen en bekeer u.
Openbaring 2 vers 4 en 5
Het gebeurde tijdens een zware herfststorm. Ze woonden in een torenflat, op de zestiende verdieping. Zijn vrouw had nog gezegd: ‘Ga nou niet op het balkon!’ Hij deed het toch. Diep onder zich hoorde hij de wind door de grote kastanjebomen jagen. Hij boog zich over het hek om in het donker nog wat te zien. Door een geweldige rukwind verloor hij het evenwicht en viel. – Het had hem beslist het leven gekost, als niet de kruin van één van de kastanjebomen een vangnet voor hem was geweest. Hij hing daar kreunend. Van wat een hoogte was hij gevallen!
Ja, de gemeente in Efeze was werkelijk van een grote hoogte gevallen. Toen Paulus hun zijn Brief schreef, was hun toestand voorbeeldig. En enkele tientallen jaren later moest de Heere Jezus hen oproepen tot inkeer.
Zijn wij kinderen van God geworden door het geloof in de Heere Jezus? Is Hij onze Heiland en Meester? Hebben we Hem lief? En nu waarom het gaat: Hoe staat het met onze liefde tot Hem? Groeit die? Of moeten ook wij erkennen dat die is afgekoeld?
Het dagboek bestellen?