Al wat onrein is, zal er niet inkomen, en ook niemand die zich bezighoudt met gruwelen en leugens, maar alleen zij die geschreven zijn in het boek des levens van het Lam.
Openbaring 21 vers 27
Dat de hemel, de woonplaats van God, een heilige en reine plaats moet zijn, zal ieder toegeven. God is heilig en kan niets onreins en verkeerds bij Zich dulden.
‘Maar wie kan er dan in de hemel komen?’, horen we iemand vragen die toegeeft dat we allemaal zondaars zijn. Dat is een goede vraag.
Mét zijn zonden kan geen mens in de hemel komen. En toch zúllen er ontelbare mensen in de hemel zijn. God heeft in Zijn grote liefde voor een mogelijkheid gezorgd waardoor een zondaar passend kan worden gemaakt voor de tegenwoordigheid van God. De Heere Jezus, Zijn eeuwige Zoon, kwam op aarde en stierf op Golgotha. Wie in Hem gelooft, ontvangt niet alleen zondenvergeving, maar wordt zelf ‘gerechtigheid van God’. Hij is dan gereinigd en staat als een nieuwe mens zonder schuld voor God.
Hij mag nu niet alleen vrij en blij tot God naderen in het gebed, maar kan ook de hele eeuwigheid in Zijn huis wonen. Verlosten zullen de hemel bevolken!
Het dagboek bestellen?