Toen sprak Izak tot zijn vader Abraham en zei: Mijn vader! Hij zei: Zie, hier ben ik, mijn zoon. Hij zei: Zie, hier is het vuur en het hout, maar waar is het lam voor het brandoffer? Abraham zei: God zal Zichzelf voorzien van het lam voor het brandoffer, mijn zoon. Zo gingen zij beiden samen.
Genesis 22 vers 7 en 8
In opdracht van God moest Abraham zijn zoon offeren. Op het laatste moment, toen Abraham al naar het mes greep om Izak de doodsteek toe te brengen, hield God hem tegen. Hij wilde alleen ‘testen’ of Abrahams liefde tot Hem en zijn gehoorzaamheid zó ver zouden gaan.
Godzelf was bereid om Zijn eigen Zoon af te staan. Al voordat Hij het heelal en de mensen maakte, zag God Hem als het offer. Toen de tijd gekomen was, liet God Zijn veelgeliefde Zoon als Baby op aarde geboren worden. Hij lag in de kribbe. En toen het moment was aangebroken, zond God Hem Zelf naar het kruis. De Heere Jezus liet Zich gevangennemen, verhoren, bespotten, geselen, bespuwen en aan het kruis nagelen. Dat alles werd Hem door de mensen aangedaan – en God liet het toe.
Toen Hij echter aan het kruis hing en de duisternis neerdaalde, ‘greep God Zelf het mes’. Godzelf oefende het oordeel over Zijn Zoon uit.
Het dagboek bestellen?